Die reis beperkte zich gelukkig niet tot Memphis en het alom bezochte Graceland, maar bracht ons ook via de Mississippi langs de katoenvelden en de roots van de blues tot in New Orleans, de bakermat van de jazz. Die opdracht tot het schrijven van een aantal artikelen met bijhorende foto’s was één van mijn leukste reizen, niet in het minst door ons vervoermiddel waarmee we van stad naar plantage, van plantage naar blueskroeg (juke joint) trokken: een roze Cadillac uit de jaren 1950, net dezelfde als deze van Elvis Presley.

Was het onze gemeenschappelijke voorliefde voor de muziek uit de jaren 50-60 of was zijn verbeelding op hol geslagen door de publicatie van de artikelen in een magazine waar enkele door mij genomen foto’s het reisverslag illustreerden, maar de talrijke andere foto’s hoogstwaarschijnlijk meer tot zijn (niet-muzikale) verbeelding spraken?
In ieder geval, in september 2016, werd de herbeleving van die muzikale trip voor vader en zoon een feit. Om een mooi geheel te krijgen, werd aan de oorspronkelijke reis van 1997 Nashville toegevoegd, zodat zowel country, blues, rock en jazz aan bod kwamen. Voor wie geen muziekliefhebber is: mijd steden als Nashville, Memphis, Clarksdale…. je zal er gedesillusioneerd weglopen. Voor de anderen:
- bezoek zeker het Cash-museum in Nashville en luister naar de country-klanken,
- laat je onderdompelen in de bluesklanken in de talloze kroegen in Memphis en vergeet daar ook niet de legendarische Sun-studio’s (waar Elvis zijn eerste single opnam) te bezoeken,
- en natuurlijk Elvis’ landgoed Graceland.
Een leuke verrassing was het verblijf in Clarksdale, ten zuiden van Memphis: hier logeerden we in een oude katoenplantage (Shack Up Inn), waar heel veel optredens georganiseerd worden en overdag ook dikwijls gemusiceerd wordt. In Clarksdale zelf vind je trouwens ook een aantal blueskroegen, onder meer de ‘Ground Zero Blues Club’ van Morgan Freeman.
Verder naar het zuiden was Natchez, een stadje dat rustig gelegen is langs de Mississippi en waar veel oude koloniale huizen bewaard bleven, een aangename verpozing en een goede uitvalsbasis om bvb. het slagveld van Vicksburg (Amerikaanse Burgeroorlog) te bezoeken. Tip: mijd het enige grote hotel en logeer in een Bed and Breakfast, er zijn er ontelbare in het stadje.
Op weg naar onze laatste bestemming New Orleans, was het bezoek aan Oak Valley Plantation, een typisch voorbeeld van een Frans-Caraïbisch plantagehuis, een aanrader: het contrast tussen het rijke landhuis en de armtierige slavenverblijven kan niet groter zijn.
New Orleans is natuurlijk veel meer toeristisch dan alle steden waar tijdens deze trip werd gelogeerd: voor mij persoonlijk iets te veel van het commerciële, maar de klanken van de echte New Orleans-jazz maken veel goed. Een uitstekend hotel in de French Quarter is Hotel Le Marais, zowel qua accommodatie als door de centrale ligging.