De eilanden worden verdeeld in 3 groepen : de oostelijke groep (met São Miguel en Santa Maria), de centrale groep (met Terceira, Pico, Faial, São Jorge en Graciosa), en de westelijke groep (met Flores en Corvo). De archipel heeft een totale landoppervlakte van ca. 2328 km2. (Ter vergelijking : kleiner dan Oost-Vlaanderen.)
Wij zijn op ontdekking gegaan eind augustus en hebben 4 eilanden bezocht, in deze volgorde : São Miguel, São Jorge, Pico & Terceira
Maar eerst wat algemene infomatie:
Het klimaat:
Over de Azoren wordt met een lichte zin voor overdrijving gezegd dat je er elke dag de vier seizoenen hebt. De temperaturen zijn er in de zomer echt ideaal (eind augustus nog steeds tussen de 25 en 28°), maar de bewolking is nooit ver weg (gelukkig maar, want anders wordt het snel té warm). De toppen van de heuvels en bergen zijn vaak omsluierd door wolken, terwijl de kustlijnen er zonnig bij liggen. Ook een verfrissende bui moet je er regelmatig bij nemen, maar die duren nooit lang.
De natuur:
Deze is overweldigend mooi! Elk eiland heeft zijn eigen karakter en weet je op haar eigen manier in te palmen als je ergens langs een eenzame weg halt houdt om te genieten van de indrukwekkende panorama’s. Zelfs de stilte kan hier oorverdovend zijn. De Azoren zijn dan ook ideaal voor wandelaars. Sommige bezienswaardigheden zijn bovendien pas te bezichtigen na een stevige tocht te voet.
Het toerisme:
De impact van het toerisme op de eigenheid van de Azoren is eerder beperkt. Het voelt alsof je als toerist uitgenodigd wordt om deel uit te maken van de lokale leefomstandigheden. Of hoe toerisme ook anders kan. Heel aangenaam. Weinig souvenierswinkels en helemaal geen opdringerige verkopers.
De bevolking:
Wij hebben de Azorianen leren kennen als een heel respectvol volk. Zij respecteren de natuur; ze leven met de natuur, met haar grillen en met wat ze hen biedt. En ze respecteren ook elkaar. Dit merk je o.a. zeer goed in het verkeer, waar de voetganger – en zelfs het vee – alle prioriteit krijgt. Stress lijkt hier niet te bestaan. Geen toeterende auto’s. Geen luidruchtigheid. Er wordt ook hard gewerkt; samen op de landbouwvelden, bouwwerven of kleinere karweien uitvoeren. De voertaal is Portugees, of een dialect ervan. Maar velen hebben familiale banden met Canada of de VS, zodat het Engels hier toch zeer goed ingeburgerd is.
De keuken:
De lokale gerechten worden vooral vergezeld door maïs, verschillende soorten aardappelen, kikkererwten en bonen. Meestal worden rijst en frietjes samen geserveerd. Vlees en vis zijn smaakvol en de keuze is groot. Daarnaast behoren pizza’s en hamburgers ook wel tot het dagelijkse aanbod.
SÃO MIGUEL
De Azoren ontdekken doe je vanuit São Miguel. Na een vlucht van zowat 4u30 vanuit Brussel land je op het grootste eiland van de Azoren, nabij de hoofdstad Ponta Delgada.
Ponta Delgada voelt meteen gezellig aan. We zijn onmiddellijk onder de indruk van het mooie centrale stadsplein met de driedelige stadspoort, tussen het stadhuis en de Igreja Matriz. De meestal 17e eeuwse gebouwen ogen koloniaal en stralen een robuste gezelligheid uit.
De jachthaven Portas do Mar – de ‘zeepoorten’ – heeft een indrukwekkende kade die uit twee delen bestaat (Marina Nascente en Marina Poente), met daar tussenin een zeer aanwezige grote tribune. Hier worden regelmatig grote evenementen georganiseerd, maar het is vooral een zone waar echte waterratten zich kunnen amuseren in het waterpark.
Op de versmarkt met fruit (vooral ananas), groenten (o.a. zoete aardappelen) en een apart ingerichte vis- en vleesafdeling valt het ons op hoe proper en netjes alles er bij ligt. Zelfs geen vlieg te bespeuren, laat staan een geurtje.
Via Relva, Feteiras (met een fikse leuke afdaling) en Ferraria met de warmwater thermen kom je aan in Sete Cidades, vanwaar je twee mooie lagunen kunt bewonderen : Lagua Azul en het Lagua Verde (groen omwille van de overvloedige plantengroei). Daarna rij je over de bergkam van bijna 900m (en vaak in de wolken) heen, terug naar Ponta Delgada.
Ondertussen zie je miljoenen hortensia’s op het einde van hun bloei (eind augustus) en een fantastisch landschap met “fifty shades of green”! Hoewel het eiland een vulkanische bodem heeft, is er ontzettend veel groen, zowel bomen, bloemen, struiken als grassen. Soms waan je je in een immens groot park.
De rit langs de zuidkust, met schitterende panorama’s (‘miradouro’) op de kustlijn, brengt je door de heuvels tot in Furnas, waar het vulkanische water verzameld wordt in helende warmwaterbaden. In de tuin van Parque Terra Nostra kun je een duik nemen in het warme en gele water van de vulkaan. Een lekkere koffie in 3 Bicas Pub, en een lokale lunch in Banhos Férreos, zeer geliefd bij de lokale bevolking, met de vulkanisch gekookte ‘cozido’ (stoofpotje), maken de ervaring compleet.
We steken nog even door naar de noordkust, met zicht over de theeplantages, en een indrukwekkende view aan Baia de Santa Iria, tot in Ribeira Grande, waar de voorbereidingen getroffen werden voor de processie van de ‘Igreja Matriz’. De kustlijn valt hier wat tegen door het ongezellige zwembad.
Onze tapas bar tip :
- “Taberna Açor – Wine and Food”, Rua dos Mercadores 41, 9500-178 Ponta Delgada
Onze restaurant tips :
- “Rotas do Vinho”, Rua Diário dos Açores 20, 9500-178 Ponta Delgada
- “Ogiro”, Rua Diário dos Açores 35, 9500-178 Ponta Delgada
- “Banhos Férreos”, Rua Maria Eugénia, 9675-059 Furnas, voor de echt traditionele keuken.
SÃO JORGE
Met een korte binnenlandse vlucht vanuit São Miguel land je op dit langgerekt en smal eiland in het midden van de Atlantische oceaan. Onmiddellijk word je overvallen door een opvallende rust. Hier moet stress nog uitgevonden worden. Zelfs de rimpel- en geluidsloze zee past zich hieraan aan.
Ook het toerisme heeft hier nog haar intrede niet gedaan. Geen shopping, geen lange promenades, geen souvenirwinkeltjes. Enkel een paar lokale middenstanders en een beperkt aantal restaurants en café’s, waar vooral de lokale bewoners hun expresso komen nuttigen. We logeren in de ‘hoofdstad’ Velas, een sympathiek dorp met zowaar een verkeersvrije straat. Het modern ogende Auditório Municipal domineert de skyline van de kust, terwijl iets verderop kleine vrachtschepen en een ferry aanmeren.
Een mooie dagtrip brengt je van west naar oost via Calheta tot het uiterste puntje in Topo. Onderweg krijg je ronduit schitterende panorama’s te zien die je om de haverklap dwingen om even halt te houden en ondergedompeld te worden in de stilte en de pracht van deze overweldigende natuur.
Onze bar tip :
“Tasca Caldeira”, Rua Francisco Lacerda, Velas, bij Fernando Ferreira. Meer dan drieduizend sleutelhangers aan het plafond, een unieke sfeer en een gitaar-die-klaar-staat-voor-wie-wil.
Onze restaurant tip :
“Germano Matos Dos Santos”, Rua Francisco Lacerda, Velas. Meestal niet veel volk, maar aarzel niet. Hier eet je gewoon de authentieke keuken.